dinsdag 25 maart 2008

Terug voor de klas


Op weg naar de tempels van Angkor Wat reden we over stoffige en soms hobbelige zand- en gravelwegen. Nadat we met een veerboot de Mekong overstaken belanden we in Stung Trong. Het Guesthouse was er behoorlijk basic (stel je een garage voor met een bed en achter een muurtje een toilet, afgesloten door een ijzeren hek). Vegetarisch eten vinden was een moeilijke opgave. Toch vonden we er gebakken sojascheuten met een eitje. Terwijl we hiervan onze tweede portie binnenspeelden, werden we door een jong meisje uitgenodigd om mee te gaan naar haar avondklas. Ook juffrouw Vanne vond het geweldig dat we een praatje maakten met haar leerlingen. De dag nadien nam ze ons mee naar haar school. Alle leerlingen waren zo nieuwsgierig dat het klaslokaal vol zat en zelfs door de vensters werd de les gevolgd. Jimmy tekende dieren op het bord en de leerlingen zochten achter de Engelse namen ervan. Nadien werd er een spel gespeeld waarbij twee leerlingen om ter snelst het dier op het bord moesten aanduiden als Jimmy de naam zei. Iedereen heeft er plezier aan beleefd en de volgende nacht sliepen we bij Vanne thuis. Een hele verbetering tegenover het garage-guesthouse! Vooral omdat haar moeder ons een lekkere groenten en tofu-schotel bereide. We beloofden om lesmateriaal in te zamelen en op te sturen want veel middelen heeft het schooltje niet.

zondag 16 maart 2008

Eilandjes en dolfijnen tellen


Nabij de grens met Cambodja vind je de 4000 eilanden van de Mekong. Sommige zijn net groot genoeg om een struik op te groeien, op andere kan je een halve dag fietsen. Op de eilanden Don Det en Don Kon vind je tussen de overblijfselen van de Franse kolonisatie honderden bamboe-hutjes voor de toeristen. Onze laatste nachten in Laos brachten we door in zo'n tropisch hutje. Laos is zo fijn dat we er eigenlijk niet weg wilden. Gelukkig was er aan de andere kant van de grens in Cambodja een beestje dat onze aandacht trok: de Irrawaddy-dolfijn. Deze zoetwater dolfijnen zonder snuit zwemmen in de Mekong tussen Kratie en de grens met Laos en zijn met uitsterven bedreigd. Wij hebben ze gezien en hopen dat ons toeristengeld kan bijdragen tot het in stand houden van deze soort.

Het licht aan het einde van de tunnel


Langs de Mekong in het zuiden van Laos is het lekker vlak. Toch zijn we nog even de bergen in gefietst om de Konglor-grot te bezoeken. In een surrealistisch landschap, bestaande uit een immense vlakte met aan alle uiteinden een vertikale rots, stroomt een riviertje. Dit riviertje heeft een immense grot (meer dan 7 km lang) uitgesleten in de kalksteenberg waar het doorstroomt. Met een bootje en een gids kan je de grot in en na een uurtje kom je aan de andere kant van de berg er weer uit. Wel met natte voeten want onderweg moet het bootje over een aantal ondiepe stukken heengetild worden.