donderdag 10 juli 2008

Terug thuis

In Vietnam hebben we ondervonden dat het reizen zonder ons fietske lang niet hetzelfde was. Bovendien was het onmogelijk om een visum voor China vast te krijgen. Omwille van de problemen in Tibet, de olympische spelen en de aardbeving zijn de regels er nog een beetje strenger geworden. Er zat niets anders op dan opnieuw in het vliegtuig te stappen en dus zijn we maar naar huis gevlogen.


Na enkele weekjes rust om te bekomen van de jetlag en vooral te genieten van alles begon het opnieuw te kriebelen. We zijn met onze driewielers de trein opgestapt en hebben ons in de buurt van Berlijn laten droppen. Zo hebben we toch het laatste stukje van onze "geplande" route kunnen fietsen. Het oosten van Duitsland is supermooi om te fietsen al komen drie wielen en goede banden van pas op de boswegen met veel losse kiezelstenen en toch ook wel wat hoogteverschillen. De zon en de natuur heeft ons nog eens lekker verwend en ondertussen zijn we terug op Belgische bodem.

vrijdag 30 mei 2008

In de wolken

Zonder fiets doorkruisten we Vietnam van zuid naar noord met de toeristenbus. De fiets en de motor waren zeer comfortabel in vergelijking met deze bus. Nochtans hadden we op sommige etapes een slaapbus met echte bedden. Hoewel de beenruimte op aziatische maten voorzien was, konden we er toch comfortabel liggen. Het enige minpuntje was dat we te slapen gelegd werden op het achterste bed van de bus dat dus uit 5 bedden bestond en helaas niet met Aziaten maar wel met breedgeschouderde Russen bemand werd. De hele nacht lang viel er wel een arm of een been op ons en bovendien toetert de chauffeur om de haverklap op alles dat beweegt dus van slapen kwam niet veel terecht.
Kan het nog erger? Jawel we namen ook de trein naar de bergen tegen de grens met China om daar de hoogste berg te gaan beklimmen. Onze beloofde soft-sleeper bleek een dikke houten plank met een rieten matje. Bovendien stonden er tralies voor de venster en was het station ommuurd met prikkeldraad.


Waar zou deze "deportatie" heengaan?
Naar supermooie bergen met rijstterrassen. En raar maar waar we hebben fantastisch geslapen op ons houten plankske. Met een oude jeep, drager Tru (die in een rieten mandje ons eten voor de komende drie dagen meedroeg) en gidse Thuong (op rubberlaarzen want het regende helaas) gingen we naar de ingang van het nationaal park. Door de mist trokken we naar het basiskamp van de berg. Een bergstam runt er een klein cafetje en je kan er slapen in een bamboehutje.


's Nachts is het beginnen onweren en het is eigenlijk niet meer gestopt met regenen. De uitlopers van cycloon Nargis maakten het te gevaarlijk om onze tocht verder te zetten en we keerden dus op onze stappen terug. Jammer maar helaas. We zijn het dan maar zelf in het water gaan zoeken. We bezochten met een echte jacht het wereldwonder Halong Bay. De grotten en rotsformaties die daar uit het water opduiken zijn impressionant en we konden er wel van genieten op het dek van ons bootje.

maandag 28 april 2008

Easy Rider


Met pijn in het hart hebben we afscheid moeten nemen van onze Pino. De banden van hier ontploffen alle 200 km en onze schijfrem sleepte. Zo zagen we het niet zitten om de Highlands in te trekken. Een pakketje met nieuwe banden en wisselstukken was opgestuurd maar onvindbaar in het postkantoor van Saigon. Als echte backpack-toeristen zijn we met de bus de bergen in getrokken. Daar werden we aangesproken door de easy-riders. Easyriders zijn eigenlijk onafhankelijke motorbike-taxi`s en gidsen. Achter op de moto zijn we met hun de Central Highlands gaan verkennen. Ze lieten ons het leven van de echte Vietnamezen zien: een koffieplantage, een zijdefabriek, een rijstwijn-stokerij, een baksteenfabriek, steenkappers, bezoekjes bij etnische minderheden en nog veel meer. Onze easy-riders Tu en Trung Pagoda waren geweldig. Nu trekken we met de bus verder noordwaarts richting Hoi An.

dinsdag 22 april 2008

Vietnam-chaos

In Vietnam wonen ongeveer 84 miljoen mensen en soms lijkt het of ze allemaal tegelijk op hun brommer voorbij komen. In Ho Chi Minh City (Saigon) rijden er elke dag zo`n 3 miljoen brommers rond. De straat oversteken is hier elke keer een nieuw avontuur. De truk bestaat erin om zeer langzaam te wandelen. De brommers vertragen of stoppen niet voor voetgangers maar ze proberen je wel te ontwijken. Onverwachte bewegingen zijn dan ook uit den boze.

Tempels van Angkor


Wanneer je tempels in de jungle bouwt en zedaarna een paar honderd jaar verwaarloosd dan maakt de natuur er wat moois van. Nabij Siem Reap in Cambodia staat het vol met tempels maar iedereen is er het meest onder de indruk van de bomen die de bouwwerken met hun wortels omarmen.

dinsdag 25 maart 2008

Terug voor de klas


Op weg naar de tempels van Angkor Wat reden we over stoffige en soms hobbelige zand- en gravelwegen. Nadat we met een veerboot de Mekong overstaken belanden we in Stung Trong. Het Guesthouse was er behoorlijk basic (stel je een garage voor met een bed en achter een muurtje een toilet, afgesloten door een ijzeren hek). Vegetarisch eten vinden was een moeilijke opgave. Toch vonden we er gebakken sojascheuten met een eitje. Terwijl we hiervan onze tweede portie binnenspeelden, werden we door een jong meisje uitgenodigd om mee te gaan naar haar avondklas. Ook juffrouw Vanne vond het geweldig dat we een praatje maakten met haar leerlingen. De dag nadien nam ze ons mee naar haar school. Alle leerlingen waren zo nieuwsgierig dat het klaslokaal vol zat en zelfs door de vensters werd de les gevolgd. Jimmy tekende dieren op het bord en de leerlingen zochten achter de Engelse namen ervan. Nadien werd er een spel gespeeld waarbij twee leerlingen om ter snelst het dier op het bord moesten aanduiden als Jimmy de naam zei. Iedereen heeft er plezier aan beleefd en de volgende nacht sliepen we bij Vanne thuis. Een hele verbetering tegenover het garage-guesthouse! Vooral omdat haar moeder ons een lekkere groenten en tofu-schotel bereide. We beloofden om lesmateriaal in te zamelen en op te sturen want veel middelen heeft het schooltje niet.

zondag 16 maart 2008

Eilandjes en dolfijnen tellen


Nabij de grens met Cambodja vind je de 4000 eilanden van de Mekong. Sommige zijn net groot genoeg om een struik op te groeien, op andere kan je een halve dag fietsen. Op de eilanden Don Det en Don Kon vind je tussen de overblijfselen van de Franse kolonisatie honderden bamboe-hutjes voor de toeristen. Onze laatste nachten in Laos brachten we door in zo'n tropisch hutje. Laos is zo fijn dat we er eigenlijk niet weg wilden. Gelukkig was er aan de andere kant van de grens in Cambodja een beestje dat onze aandacht trok: de Irrawaddy-dolfijn. Deze zoetwater dolfijnen zonder snuit zwemmen in de Mekong tussen Kratie en de grens met Laos en zijn met uitsterven bedreigd. Wij hebben ze gezien en hopen dat ons toeristengeld kan bijdragen tot het in stand houden van deze soort.